Meer over Giel

Een verslag van Thieu van Ingen; de vader van Giel.                                                                                            Giel onze zoon van negentien jaar oud, krijgt om de week muziekles van Martijn. Hij heeft het Syndroom van Down en heeft een IQ van 20. Dit is een vrij willekeurige grens, want in feite valt zijn IQ niet te meten. Hij kan niet praten, niet schrijven en is nauwelijks zelfredzaam. Zo moet hij worden aangekleed en uitgekleed en zal zelf niet zo snel aangeven dat hij honger of dorst heeft. Kortom Giel is sterk afhankelijk van een zorgzame omgeving. Verder is Giel bij tijd en wijle naar binnen gekeerd en gebruikt zijn knuffel dan als een soort reddingsboei in een voor hem zo woelige wereld.

Een verslag van Thieu van Ingen; de vader van Giel.
Giel, onze zoon van negentien jaar oud, krijgt om de week muziekles van Martijn. Hij heeft het Syndroom van Down en heeft een IQ van 20. Dit is een vrij willekeurige grens, want in feite valt zijn IQ niet te meten. Hij kan niet praten, niet schrijven en is nauwelijks zelfredzaam. Zo moet hij worden aangekleed en uitgekleed en zal zelf niet zo snel aangeven dat hij honger of dorst heeft. Kortom Giel is sterk afhankelijk van een zorgzame omgeving. Verder is Giel bij tijd en wijle naar binnen gekeerd en gebruikt zijn knuffel dan als een soort reddingsboei in een voor hem zo woelige wereld.

Jaren geleden heeft Giel een mondharmonica op zijn verjaardag cadeau gekregen. Sindsdien blaast hij vol overgave op het instrument. Hij zoog in het begin de uitgeblazen lucht weer net zo snel naar binnen, zodat hij na een tijdje fanatiek blazen ging hyperventileren. We moesten hem dan “redden” door zijn mondharmonica af te pakken. Soms gooide hij zijn instrument uit frustratie weg, maar de liefde voor de mondharmonica verminderde daardoor niet.

Twee jaar geleden hebben we het plan opgevat om Giel muziekles te geven en via een kennis kwamen we in contact met Martijn de klankreiziger. Hij was al gewend om met verstandelijk beperkte mensen muziek te maken, maar had tot dan toe nog nooit individuele lessen gegeven. Wat zich tijdens deze muzieklessen voltrekt is een waar wonder. Eerst was het zo dat Giel met krachtig blazen de toon aangaf. Hij luisterde nauwelijks, maar ging zijn geheel eigen weg. Er zat nog nauwelijks nuance in zijn spel. Martijn volgde dan met de gitaar, de viool, of djembé zijn melodielijnen.

Stilaan veranderde dat. Giel begon echt te luisteren naar Martijn en het eenrichtingsverkeer sloeg om naar het begin van een samenspel. Martijn vertelt ons dat hij ook van Giel leert en dat hij er van geniet om zo vrijuit met Giel te improviseren. Telkens staan wij versteld van de sprongen die Giel in zijn muzikale ontwikkeling maakt. Hij is heel bewust bezig met de muziek die Martijn maakt en speelt daarop in. Dat zij dan samen de juiste toon treffen is voor ons prachtig om te horen.

Giel stelt zich in al zijn eenzelvigheid dus open voor het muzikale samenspel en Martijn weet precies de juiste snaar bij Giel te raken. Dat komt omdat hij in staat is goed aan te voelen wat Giel kan en wil. Langzaam aan kan het dan ook gebeuren dat Giel Martijn gaat volgen. Bijvoorbeeld als Martijn naar een einde toewerkt weet Giel dat ook hij in een rustiger tempo moet gaan spelen. Als dan het einde van het muziekstuk is bereikt, blaast Giel na een korte pauze wel weer flink door. Hij weet van geen ophouden als Martijn er is en wordt door hem geïnspireerd.

Het allermooiste dat wij tot nu toe hebben gehoord, zijn de tien minuten dat Giel vijf tellen een thema blaast en dan weer precies vijf tellen een aanverwant thema om vervolgens weer terug te gaan naar het eerste thema. Als zo´n magisch moment zich aandient, zie je Martijn volop genieten. Wat een onuitgesproken talenten heeft onze zoon en wat is het goed voor zijn zelfvertrouwen om dit allemaal te mogen doen. Zo worden het volwaardige jamsessies waar de blues een grote rol in speelt.

Telkens als Martijn arriveert met zijn instrumentarium, begint Giel al te morrelen aan zijn gitaarkast? Hij wil het liefst zo snel mogelijk beginnen aan de les en de les kan hem niet lang genoeg duren. Martijn heeft het laatst treffend uitgedrukt wat er op zo’n zondagochtend gebeurt: “We begeven ons in een gebied waar wij elkaar begrijpen”.

Jaren geleden heeft Giel een mondharmonica op zijn verjaardag cadeau gekregen. Sindsdien blaast hij vol overgave op het instrument. Hij zoog in het begin de uitgeblazen lucht weer net zo snel naar binnen, zodat hij na een tijdje fanatiek blazen ging hyperventileren. We moesten hem dan “redden” door zijn mondharmonica af te pakken. Soms gooide hij zijn instrument uit frustratie weg, maar de liefde voor de mondharmonica verminderde daardoor niet.

Twee jaar geleden hebben we het plan opgevat om Giel muziekles te geven en via een kennis kwamen we in contact met Martijn de klankreiziger. Hij was al gewend om met verstandelijk beperkte mensen muziek te maken, maar had tot dan toe nog nooit individuele lessen gegeven. Wat zich tijdens deze muzieklessen voltrekt is een waar wonder. Eerst was het zo dat Giel met krachtig blazen de toon aangaf. Hij luisterde nauwelijks, maar ging zijn geheel eigen weg. Er zat nog nauwelijks nuance in zijn spel. Martijn volgde dan met de gitaar, de viool, of djembé zijn melodielijnen.

Stilaan veranderde dat. Giel begon echt te luisteren naar Martijn en het eenrichtingsverkeer sloeg om naar het begin van een samenspel. Martijn vertelt ons dat hij ook van Giel leert en dat hij er van geniet om zo vrijuit met Giel te improviseren. Telkens staan wij versteld van de sprongen die Giel in zijn muzikale ontwikkeling maakt. Hij is heel bewust bezig met de muziek die Martijn maakt en speelt daarop in. Dat zij dan samen de juiste toon treffen is voor ons prachtig om te horen.

Giel stelt zich in al zijn eenzelvigheid dus open voor het muzikale samenspel en Martijn weet precies de juiste snaar bij Giel te raken. Dat komt omdat hij in staat is goed aan te voelen wat Giel kan en wil. Langzaam aan kan het dan ook gebeuren dat Giel Martijn gaat volgen. Bijvoorbeeld als Martijn naar een einde toewerkt weet Giel dat ook hij in een rustiger tempo moet gaan spelen. Als dan het einde van het muziekstuk is bereikt, blaast Giel na een korte pauze wel weer flink door. Hij weet van geen ophouden als Martijn er is en wordt door hem geïnspireerd.

Het allermooiste dat wij tot nu toe hebben gehoord, zijn de tien minuten dat Giel vijf tellen een thema blaast en dan weer precies vijf tellen een aanverwant thema om vervolgens weer terug te gaan naar het eerste thema. Als zo´n magisch moment zich aandient, zie je Martijn volop genieten. Wat een onuitgesproken talenten heeft onze zoon en wat is het goed voor zijn zelfvertrouwen om dit allemaal te mogen doen. Zo worden het volwaardige jamsessies waar de blues een grote rol in speelt.

Telkens als Martijn arriveert met zijn instrumentarium, begint Giel al te morrelen aan zijn gitaarkast? Hij wil het liefst zo snel mogelijk beginnen aan de les en de les kan hem niet lang genoeg duren. Martijn heeft het laatst treffend uitgedrukt wat er op zo’n zondagochtend gebeurt: “We begeven ons in een gebied waar wij elkaar begrijpen”.